Overslaan en naar de inhoud gaan

Het nieuwe fiscale regime voor auteursrechtenvergoedingen uitgelegd

De programmawet van 26 december 2022 hervormt het fiscale voordeelregime voor auteursrechtenvergoedingen. Wat zijn de praktische gevolgen daarvan voor journalisten?

Charlotte Michils

Het auteursrecht beschermt journalistiek werk
Een werk wordt auteursrechtelijk beschermd als er twee voorwaarden vervuld zijn. Zo moet er sprake zijn van een concreet werk zoals een krantenartikel of persfoto. Ideeën – hoe briljant ook – worden niet beschermd, ze moeten effectief gerealiseerd zijn. Daarnaast is er de originaliteitsvereiste: het werk moet 'een eigen intellectuele schepping van de auteur' zijn. De auteur moet met andere woorden door vrije en creatieve keuzes tot het werk gekomen zijn. Zuivere taalkundige correcties bijvoorbeeld vallen niet onder auteursrechtelijke bescherming. Een redactionele bijdrage door keuze van het onderwerp, perspectief, geïnterviewden enzovoort wel.

Fiscaal voordeelregime voor freelancejournalisten tot en met 31 december 2022
Dat journalistiek werk auteursrechtelijke bescherming geniet is de eerste voorwaarde om als journalist vergoed te worden in auteursrechten. Daarnaast moeten uitgevers het recht tot publicatie verkrijgen en dat tegen vergoeding ('onder bezwarende titel'). Sedert 1 juli 2017 legde een ruling van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (DVB) vast dat de auteursrechtenvergoeding maximaal 50% bedroeg. De ruling kwam er op vraag van de sector – VVJ en uitgevers. Ze maakte komaf met de wildgroei aan percentages en bracht de nodige rechtszekerheid. De ruling werd overigens nog verlengd vanaf 1 juli 2022 voor vijf jaar. Maar dat was zonder de hervormingsplannen van de federale regering gerekend…

Programmawet
Tegen alle verwachtingen in pakt de programmawet van 26 december 2022 ook het fiscaal voordeelregime voor auteursrechtenvergoedingen van journalisten aan. Om kort te gaan: journalistiek werk valt – voorwaardelijk – binnen het nieuwe toepassingsgebied maar de in aanmerking te nemen auteursrechtenvergoeding zakt naar 30% van de totale vergoeding (inclusief de vergoeding voor de geleverde prestaties dus). Dat gebeurt niet abrupt. Voor het aanslagjaar 2024 (inkomstenjaar 2023 dus) kan er nog 50% ingebracht worden als auteursrechtenvergoeding en verandert er dus niets; voor het aanslagjaar 2025 (inkomstenjaar 2024) daalt het aandeel auteursrechten verder naar 40%. Pas in het aanslagjaar 2026 (inkomstenjaar 2025) strandt de voordelig belaste auteursrechtenvergoeding op 30% van de totale vergoeding. Dankzij het overgangsregime koopt de sector tijd en kan ze naar een oplossing zoeken, waardoor journalisten niet ineens meerdere duizenden euro’s aan inkomsten (cf. simulaties van de Journalisten Auteursmaatschappij) verliezen.
Het percentage auteursrechtenvergoeding – relatieve drempel genoemd – is bovendien gekoppeld aan een absolute drempel. Zo mogen de gemiddelde inkomsten uit auteursrechten in de vier vorige belastbare tijdperken het maximumplafond van € 37.500 (€ 70.220 voor 2023) niet overschrijden. Als dat wel het geval is, dan worden de auteursrechten van het lopende jaar niet langer beschouwd als roerende inkomsten.*

Voor wie?
Zoals bekend wilde de wetgever fiscaal misbruik aanpakken en het toepassingsgebied van het fiscaal voordeelregime voor auteursrechten inkrimpen. Voortaan moeten begunstigden niet alleen inkomsten ontvangen uit de overdracht of verlening van een licentie op een auteursrechtelijk beschermd werk. De overdracht of verlening van een licentie moet ook gebeuren 'met het oog op exploitatie of daadwerkelijk gebruik van de auteursrechten'.
Als je niet beschikt over een kunstwerkattest moet de overdracht of licentie van rechten gebeuren voor mededeling aan het publiek of reproductie. Die publieke exploitatie is de ultieme scherprechter. Ze zorgt ervoor dat niet zomaar iedereen nog kan gebruik maken van het regime. Een advocaat zal voor de conclusies die hij neerlegt in de rechtbank geen auteursrechtenvergoeding meer kunnen claimen. Journalisten daarentegen, die per definitie werk maken met het oog op publieke verspreiding, wel.
Laatste punt: de programmawet maakt geen onderscheid tussen freelancers en loontrekkenden. Ook loontrekkenden kunnen in principe terugvallen op het fiscaal gunstregime van auteursrechten. Tot nu was dit nog niet het geval in Vlaanderen, wel aan de overkant van de taalgrens waar de regeling gebaseerd was op een ruling van de DVB.

Maximumgrenzen, belastingtarieven en kostenforfaits voor aanslagjaar 2023
Voor aanslagjaar 2023 (inkomsten 2022) gelden volgende schalen inzake forfaitaire kosten auteursrechten

Maximumgrenzen, belastingtarieven en kostenforfaits voor aanslagjaar 2023

Voor aanslagjaar 2023 (inkomsten 2022) gelden volgende schalen inzake forfaitaire kosten auteursrechten

Van (in euro) Tot (in euro) Forfaitaire kosten (%) Roerende voorheffing (%)
0 17.090 50 15
17.090 34.170 25 15
34.170 0 15

 

Voor aanslagjaar 2023 (inkomsten 2022) gelden volgende schalen in de personenbelasting

Van (in euro) Tot (in euro) Tarief (%)
0 13.870 25
13.870 24.480 40
24.480 42.370 45
42.370 50

 

Van (in euro) Tot (in euro) Forfaitaire kosten (%)
0 6.410 28,7
6.410 12.730 10
12.730 21.190 5
21.190 72.367,49 3

 

Info over aanslagjaar 2024 kan binnenkort teruggevonden worden op journalistenloket.be.

Btw
De VVJ vroeg de fiscus om advies na aanhoudende verwarring over de toepasselijke btw-tarieven. In een mail van 7 december 2022 kwam de bevestiging dat 'de administratie over het algemeen van mening is dat journalisten gebonden zijn door een publicatiecontract met de persuitgevers en dat hun bezoldiging dan voor het geheel is vrijgesteld door artikel 44, §3, 3° van het BTW-wetboek'. Van publicatiecontract of contract van uitgave is sprake als de uitgever aan wie de werken worden aangeboden zich ertoe verplicht ze te publiceren.
Als beide partijen – de journalist en de uitgever – echter van mening zijn dat het contract tussen hen geen uitgavecontract is, zo vervolgt de administratie, dan is de dienst van de journalist aan de btw onderworpen. In concreto betekent dit dat de journalist 6% btw rekent op het deel auteursrechten en 21% op de prestatievergoeding. 'Om voor het verlaagde tarief van 6% in aanmerking te komen, moet de overeenkomst tussen de journalist en zijn uitgever voldoen aan de door de auteurswet gestelde eisen en moet de door de journalist aan de uitgever toegezonden factuur uitdrukkelijk melding maken van deze overdracht van auteursrechten', aldus de administratie.

Sociale zekerheid
Wat met sociale bijdragen op de vergoedingen? De sociale bijdragen voor zelfstandigen gaan de lucht in omdat de basis waarop de RSVZ-bijdragen worden berekend straks niet langer 50% maar 70% van de totale vergoeding is. Met een hogere sociale bescherming als gevolg. In een volgende editie gaan we hier verder op in.
Een ander verhaal wordt het voor loontrekkenden. Voor hen daalt de basis waarop RSZ-bijdragen worden betaald. In de volgende editie van De Journalist wordt toegelicht wat dit betekent in relatie tot het journalistenpensioen. Tijdens de sociale onderhandelingen zal er ongetwijfeld nog een duchtig woordje gewisseld worden.

(Foto: Belga/Hatim Kaghat)

*Tekst aangepast op 26 april 2023.

Onze partners