Overslaan en naar de inhoud gaan

Tussen voluntarisme en vrees

Tussen voluntarisme en vrees

Wat brengt de huidige (generatieve) AI-revolutie voor de (Vlaamse) journalistiek? Aan vijftien journalisten en communicatiewetenschappers legden we drie vragen voor: (1) Welke mogelijkheden biedt AI voor nieuwsmedia en journalisten, en waar liggen haar beperkingen? (2) Op welke aspecten van het vak zal AI impact hebben? (3) En kleurt de toekomst al bij al roos- of donkerkleurig af? Hier een synthese van de bevindingen.

 

1.  Veel nieuwe mogelijkheden, maar ook grenzen

 

De AI-golf die ook de mediasector overspoelt, roept talloze vragen op. De meest geuite bekommernis daarbij: waar liggen er mogelijkheden voor AI-toepassingen in de journalistiek, en waar liggen de grenzen? In het algemeen zien journalisten en communicatiewetenschappers nogal wat mogelijkheden voor AI-tools in de journalistiek. Die kunnen dienen voor research, eindredactie en multipublishing. Maar vooral authentieke journalistieke waarheidsvinding en het zuivere redactiewerk worden uitdrukkelijk genoemd als activiteiten die niét vatbaar zijn voor AI. Overigens blijft voor welke AI-toepassing dan ook de journalist als man/woman in the loop wel degelijk een must.

 

Nogal wat ondervraagden zien belangrijke AI-mogelijkheden voor research: het opzoeken van informatie kan makkelijker en sneller. AI kan ook voor inspiratie zorgen. Er zijn tools voor de vertaling van anderstalig bronnenmateriaal, voor datamining, voor het snel doorploegen en samenvatten van dikke pakken informatie. Transcriptietools, die toelaten interviews of meetings in een handomdraai uit te schrijven, worden eveneens als surplus genoemd. En ook voor factchecking kan AI meerwaarde opleveren.

Maar het echte, originele journalistieke schrijfwerk zien de meesten nog niet door AI gebeuren. Of het zou om uiterst eenvoudige, vooraf formatteerbare stukken moeten gaan. Hoogstens kan AI in sommige gevallen een eerste aanzet voor een artikel leveren. Ook het creëren van beelden wordt als problematisch aangemerkt.

Op het niveau van eindredactie zien de meeste respondenten wel weer mogelijkheden. AI-gedreven spelling- en taalcontrole is intussen algemeen ingeburgerd, maar diverse journalisten zetten de deur ook open voor het suggereren of aanpassen van titels of quotes. Iets waar anderen dan weer niet enthousiast voor zijn.

Multipublishing blijkt een ander domein waarop AI winst kan opleveren. Opnieuw kunnen vertaaltools winst opleveren, vinden de meeste respondenten, maar nu op het niveau van het eindproduct. Genoemd worden verder: tools voor audio of video naar tekst, bijvoorbeeld voor ondertiteling. Het kan ook de omgekeerde richting uit, en dan hebben respondenten het over AI voor het omzetten van tekst naar grafiek, audio en beeld (inclusief video). Tools voor het inkorten van teksten kunnen ook weer op dit niveau worden ingezet. Meer specifieke tools zijn er nog voor het doorpubliceren van bijdragen op sociale media.

Aan de uit-kant laat AI nog meer dan vroeger publieksonderzoek toe, en op basis daarvan het diversifiëren en zelfs personaliseren van het nieuwsaanbod. Diverse respondenten melden dat dit een fijnmaziger publicatiebeleid mogelijk maakt, dat mensen met verschillende achtergronden beter tegemoet komt.

Eén rode draad weliswaar in alle beschouwingen, of die nu van techvoluntaristen dan wel techrealisten uitgaan: elke AI, ongeacht het toepassingsgebied, zal steeds menselijke controle behoeven. De tools in kwestie zijn en blijven nu eenmaal onvoldoende betrouwbaar en vrij van bias. En laat correcte en betrouwbare berichtgeving nu het handelsmerk zijn van elke journalistiek.

 

2.  Opgelet: AI-impact

 

In welke mate wordt AI een gamechanger voor de journalistiek? Hoe zal ze het werk veranderen, en zullen alle journalisten sowieso nog werk hebben? De meningen zijn verdeeld. ‘In theorie opent AI de mogelijkheid om meer inhoudelijk, diepgravend journalistiek werk te verrichten. De grote vraag is of uitgevers AI toch niet zullen aangrijpen om journalisten te ontslaan.’ Het mag niet blind maken voor de gigantische impact die AI zal hebben buiten de klassieke nieuwsmediasector, en de weerslag dààrvan op de nieuwsgebruiker.

 

Welke impact verwachten onze respondenten van de huidige AI-golf? Om te beginnen veel positieve signalen hier. Journalisten zullen sneller kunnen werken en bandwerk vermijden. Bronnen zoeken en controleren wordt makkelijker. Het uitschrijven van interviews, teksten op lengte brengen en stilistische aanpassingen doen: het ligt allemaal binnen handbereik. Hoe dan ook: elke journalist zal (liever vroeg dan laat) met AI moeten leren omgaan.

In het ideale scenario, signaleren velen, leidt dat ook tot minder werkdruk. En de tijd die vrijkomt, die kan gaan naar kwalitatief werk, met een meerwaarde voor het bestaande aanbod.

Dat is althans de theorie, want nogal wat respondenten menen dat het – jammer genoeg – niet zo’n vaart zal lopen. Zij verwachten dat uitgevers zullen willen rationaliseren en besparen, ook op journalisten. Kwaliteitsmedia viseren wellicht ondertitelaars en dubbers, maar bij oppervlakkiger nieuwsmedia zullen mogelijk ook redacteuren en beeldjournalisten er moeten aan geloven.

Sommigen nuanceren dat doemscenario dan weer. Zij wijzen er op dat journalisten tot nader order niet vervangbaar zijn door AI. Bovendien creëert AI ook nieuwe uitdagingen en mogelijkheden. Journalisten zullen (nog) meer moeten factchecken. Ze zullen dankzij nieuwe tools nieuwe afzetgebieden kunnen aanboren. En het is maar door (nog harder) in te zetten op inhoud, vakkennis en persoonlijke inkleuring dat ze in de AI-informatietsunami overeind zullen kunnen blijven.

Sommigen zien in AI ook een gamechanger wat de verhouding met het publiek betreft. Gewezen wordt op de toenemende mogelijkheden om het publieksbereik te meten en het nieuwsaanbod daarop af te stemmen. Vertalingen en herformattering maken een heus doelgroepenbeleid en zelfs personalisering mogelijk. Met een verschillende tone of voice kunnen bijvoorbeeld zowel jongeren als ouderen beter worden bereikt. Maar eenzijdig positief blijkt dat verhaal niet te zijn. Er wordt ook gewezen op de toenemende afhankelijkheid van AI-technologie, en dat zou juist wel eens ten koste kunnen gaan van het vertrouwen van het publiek in de journalistiek.

Nog mogelijke impact: de AI-revolutie schudt mogelijk de bestaande krachtverhoudingen binnen de mediasector dooreen. Dat zal afhangen van de snelheid waarmee mediabedrijven en redacties de nieuwe technologieën op hun werkvloer zullen implementeren. Wie daar snel mee is, kan belangrijke voorsprong boeken op het vlak van productietijd, productievolume en gepersonaliseerd aanbod onder meer.

Daarbij mag zeker niet uit het oog worden verloren dat ook buiten de klassieke mediasector er een stortvloed van AI-gegenereerde informatie zal worden geproduceerd. Chatbots zullen die info almaar meer tot bij het publiek brengen, en dan is de grote vraag hoe nieuwsconsumenten daarmee zullen omgaan. Zullen zij zich tevreden stellen met al dat (‘gratis’) AI-gegenereerd nieuws, of zullen ze blijven vasthouden aan authentiek nieuws (ook al zit dat achter een paywall)?

 

3.  AI: zowel opportuniteit als bedreiging

 

Het kan alle kanten uit met AI voor de journalistiek. Dat is de slotsom wanneer we 15 journalisten en communicatiewetenschappers vragen naar hun toekomstvisie ter zake. Hun antwoorden variëren van volmondig optimisme tot uitgesproken negativisime. Van voluntarisme tot vrees. Met tussenin heel wat schakeringen. Zo ziet nagenoeg een derde van onze respondenten vooral nieuwe opportuniteiten in AI voor de journalistiek. Even veel hellen over naar scepticisme. En nog eens een derde schat de toekomst met AI veeleer neutraal in, met mogelijk evenveel plussen als minnen.

 

De opportuniteiten zijn duidelijk. AI zal journalisten toelaten sneller te werken. Ze kan analytische en diepgravende journalistiek versterken. Tot op zekere hoogte kunnen ook betere teksten worden afgeleverd. Meer fundamenteel kan AI worden ingezet om de waarheid te verdedigen in de informatiechaos die nog prangender wordt. Opvallend is wel dat daar telkens weer dezelfde cruciale voorwaarden worden aan toegevoegd: een human in the loop om te beginnen, en transparantie over de ingezette AI in de tweede plaats.

Sommigen wijzen erop dat AI voor nieuwe journalistieke functies zal zorgen, zoals die van eindredacteur van AI-gegenereerd content.

Maar op dat vlak maken veel respondenten zich ook grote zorgen. Zij vrezen dat AI vooral zal leiden tot minder journalisten. Wat gebeurt er met de tijdwinst: leidt die tot meer en nog betere content, of vindt de uitgever dat dit niet hoeft, en gaat hij journalisten ontslaan? Enkele journalistieke profielen in het bijzonder zijn daarbij extra bedreigd. Genoemd worden ‘ondersteunende’ functies, zoals designers, copywriters, vertalers en videoredacteurs. Maar ook online redacteurs die enkel nieuws van andere kanalen overnemen en samenvatten zetten zich beter schrap.

Hier en daar vreest iemand ronduit voor het teloorgaan van het journalistieke ambacht: het zelf uitdenken, uitzoeken en uitschrijven van nieuwsaanbod. AI dreigt de creativiteit en het gevoelsmatige uit het nieuws te halen. Meer: zelfs ‘de waarheid’ staat op het spel, wanneer AI teveel in het journalistieke vaarwater komt. In dat laatste verband wordt ook gewaarschuwd voor een al te ver doorgedreven gepersonaliseerd nieuwsaanbod.

Diverse respondenten zoomen ook nu uit en menen dat de toekomst vooral zal worden bepaald door ontwikkelingen in de brede samenleving. Dat wordt een maatschappij waar nog ontiegelijk veel meer informatie zal circuleren, grotendeels AI-gegenereerd. Wat wordt de plaats van de professionele journalistiek daarin?

Uitgerekend hier situeert zich ook weer een opportuniteit. Klassieke nieuwsmedia en journalisten kunnen zich precies extra onderscheiden van die mechanische, onpersoonlijke en veelal onbetrouwbare informatievloed. Het is meteen een belangrijke uitdaging die hen wacht: zichzelf meer en beter op de kaart zetten tegenover hun kunstmatige concurrent.

 

Pol Deltour

10.12.2023

 

Onze partners