Overslaan en naar de inhoud gaan

Tussen voluntarisme en vrees: een verkennende rondvraag over journalistiek met AI

Wat brengt de huidige (generatieve) AI-revolutie voor de (Vlaamse) journalistiek? Welke mogelijkheden biedt ze, en waar liggen de grenzen en gevaren? Zoveel hoofden, zoveel zinnen, en dus hielden we alvast een verkennende rondvraag bij journalisten en communicatiewetenschappers die thuis zijn in de materie. Drie vragen legden we hen voor: (1) Welke mogelijkheden biedt AI voor nieuwsmedia en journalisten, en waar liggen haar beperkingen? (2) Op welke aspecten van het vak zal AI impact hebben? (3) En kleurt de toekomst al bij al roos- of donkerkleurig af? Vijftien journalisten en communicatiewetenschappers boden ons hun inzichten. In het eerste deel van dit rapport brengen we een synthese daarvan. In het tweede deel worden vragen en antwoorden integraal weergegeven.

Pol Deltour

SYNTHESE VAN DE BEVINDINGEN

  1. Veel nieuwe mogelijkheden, maar ook grenzen

De AI-golf die ook de mediasector overspoelt, roept talloze vragen op. De meest geuite bekommernis daarbij: waar liggen er mogelijkheden voor AI-toepassingen in de journalistiek, en waar liggen de grenzen? In het algemeen zien journalisten en communicatiewetenschappers nogal wat mogelijkheden voor AI-tools in de journalistiek. Die kunnen dienen voor research, eindredactie en multipublishing. Maar vooral authentieke journalistieke waarheidsvinding en het zuivere redactiewerk worden uitdrukkelijk genoemd als activiteiten die niét vatbaar zijn voor AI. Overigens blijft voor welke AI-toepassing dan ook de journalist als man/woman in the loop wel degelijk een must.

Nogal wat ondervraagden zien belangrijke AI-mogelijkheden voor research: het opzoeken van informatie kan makkelijker en sneller. AI kan ook voor inspiratie zorgen. Er zijn tools voor de vertaling van anderstalig bronnenmateriaal, voor datamining, voor het snel doorploegen en samenvatten van dikke pakken informatie. Transcriptietools, die toelaten interviews of meetings in een handomdraai uit te schrijven, worden eveneens als surplus genoemd. En ook voor factchecking kan AI meerwaarde opleveren.

Maar het echte, originele journalistieke schrijfwerk zien de meesten nog niet door AI gebeuren. Of het zou om uiterst eenvoudige, vooraf formatteerbare stukken moeten gaan. Hoogstens kan AI in sommige gevallen een eerste aanzet voor een artikel leveren. Ook het creëren van beelden wordt als problematisch aangemerkt.

Op het niveau van eindredactie zien de meeste respondenten wel weer mogelijkheden. AI-gedreven spelling- en taalcontrole is intussen algemeen ingeburgerd, maar diverse journalisten zetten de deur ook open voor het suggereren of aanpassen van titels of quotes. Iets waar anderen dan weer niet enthousiast voor zijn.

Multipublishing blijkt een ander domein waarop AI winst kan opleveren. Opnieuw kunnen vertaaltools winst opleveren, vinden de meeste respondenten, maar nu op het niveau van het eindproduct. Genoemd worden verder: tools voor audio of video naar tekst, bijvoorbeeld voor ondertiteling. Het kan ook de omgekeerde richting uit, en dan hebben respondenten het over AI voor het omzetten van tekst naar grafiek, audio en beeld (inclusief video). Tools voor het inkorten van teksten kunnen ook weer op dit niveau worden ingezet. Meer specifieke tools zijn er nog voor het doorpubliceren van bijdragen op sociale media.

Aan de uit-kant laat AI nog meer dan vroeger publieksonderzoek toe, en op basis daarvan het diversifiëren en zelfs personaliseren van het nieuwsaanbod. Diverse respondenten melden dat dit een fijnmaziger publicatiebeleid mogelijk maakt, dat mensen met verschillende achtergronden beter tegemoet komt.

Eén rode draad weliswaar in alle beschouwingen, of die nu van techvoluntaristen dan wel techrealisten uitgaan: elke AI, ongeacht het toepassingsgebied, zal steeds menselijke controle behoeven. De tools in kwestie zijn en blijven nu eenmaal onvoldoende betrouwbaar en vrij van bias. En laat correcte en betrouwbare berichtgeving nu het handelsmerk zijn van elke journalistiek.

  1. Opgelet: AI-impact!

In welke mate wordt AI een gamechanger voor de journalistiek? Hoe zal ze het werk veranderen, en zullen alle journalisten sowieso nog werk hebben? De meningen zijn verdeeld. ‘In theorie opent AI de mogelijkheid om meer inhoudelijk, diepgravend journalistiek werk te verrichten. De grote vraag is of uitgevers AI toch niet zullen aangrijpen om journalisten te ontslaan.’ Het mag niet blind maken voor de gigantische impact die AI zal hebben buiten de klassieke nieuwsmediasector, en de weerslag dààrvan op de nieuwsgebruiker.

Welke impact verwachten onze respondenten van de huidige AI-golf? Om te beginnen veel positieve signalen hier. Journalisten zullen sneller kunnen werken en bandwerk vermijden. Bronnen zoeken en controleren wordt makkelijker. Het uitschrijven van interviews, teksten op lengte brengen en stilistische aanpassingen doen: het ligt allemaal binnen handbereik. Hoe dan ook: elke journalist zal (liever vroeg dan laat) met AI moeten leren omgaan.

In het ideale scenario, signaleren velen, leidt dat ook tot minder werkdruk. En de tijd die vrijkomt, die kan gaan naar kwalitatief werk, met een meerwaarde voor het bestaande aanbod.

Dat is althans de theorie, want nogal wat respondenten menen dat het – jammer genoeg – niet zo’n vaart zal lopen. Zij verwachten dat uitgevers zullen willen rationaliseren en besparen, ook op journalisten. Kwaliteitsmedia viseren wellicht ondertitelaars en dubbers, maar bij oppervlakkiger nieuwsmedia zullen mogelijk ook redacteuren en beeldjournalisten er moeten aan geloven.

Sommigen nuanceren dat doemscenario dan weer. Zij wijzen er op dat journalisten tot nader order niet vervangbaar zijn door AI. Bovendien creëert AI ook nieuwe uitdagingen en mogelijkheden. Journalisten zullen (nog) meer moeten factchecken. Ze zullen dankzij nieuwe tools nieuwe afzetgebieden kunnen aanboren. En het is maar door (nog harder) in te zetten op inhoud, vakkennis en persoonlijke inkleuring dat ze in de AI-informatietsunami overeind zullen kunnen blijven.

Sommigen zien in AI ook een gamechanger wat de verhouding met het publiek betreft. Gewezen wordt op de toenemende mogelijkheden om het publieksbereik te meten en het nieuwsaanbod daarop af te stemmen. Vertalingen en herformattering maken een heus doelgroepenbeleid en zelfs personalisering mogelijk. Met een verschillende tone of voice kunnen bijvoorbeeld zowel jongeren als ouderen beter worden bereikt. Maar eenzijdig positief blijkt dat verhaal niet te zijn. Er wordt ook gewezen op de toenemende afhankelijkheid van AI-technologie, en dat zou juist wel eens ten koste kunnen gaan van het vertrouwen van het publiek in de journalistiek.

Nog mogelijke impact: de AI-revolutie schudt mogelijk de bestaande krachtverhoudingen binnen de mediasector dooreen. Dat zal afhangen van de snelheid waarmee mediabedrijven en redacties de nieuwe technologieën op hun werkvloer zullen implementeren. Wie daar snel mee is, kan belangrijke voorsprong boeken op het vlak van productietijd, productievolume en gepersonaliseerd aanbod onder meer.

Daarbij mag zeker niet uit het oog worden verloren dat ook buiten de klassieke mediasector er een stortvloed van AI-gegenereerde informatie zal worden geproduceerd. Chatbots zullen die info almaar meer tot bij het publiek brengen, en dan is de grote vraag hoe nieuwsconsumenten daarmee zullen omgaan. Zullen zij zich tevreden stellen met al dat (‘gratis’) AI-gegenereerd nieuws, of zullen ze blijven vasthouden aan authentiek nieuws (ook al zit dat achter een paywall)?

  1. AI: zowel opportuniteit als bedreiging

Het kan alle kanten uit met AI voor de journalistiek. Dat is de slotsom wanneer we 15 journalisten en communicatiewetenschappers vragen naar hun toekomstvisie ter zake. Hun antwoorden variëren van volmondig optimisme tot uitgesproken negativisime. Van voluntarisme tot vrees. Met tussenin heel wat schakeringen. Zo ziet nagenoeg een derde van onze respondenten vooral nieuwe opportuniteiten in AI voor de journalistiek. Even veel hellen over naar scepticisme. En nog eens een derde schat de toekomst met AI veeleer neutraal in, met mogelijk evenveel plussen als minnen.

De opportuniteiten zijn duidelijk. AI zal journalisten toelaten sneller te werken. Ze kan analytische en diepgravende journalistiek versterken. Tot op zekere hoogte kunnen ook betere teksten worden afgeleverd. Meer fundamenteel kan AI worden ingezet om de waarheid te verdedigen in de informatiechaos die nog prangender wordt. Opvallend is wel dat daar telkens weer dezelfde cruciale voorwaarden worden aan toegevoegd: een human in the loop om te beginnen, en transparantie over de ingezette AI in de tweede plaats.

Sommigen wijzen erop dat AI voor nieuwe journalistieke functies zal zorgen, zoals die van eindredacteur van AI-gegenereerd content.

Maar op dat vlak maken veel respondenten zich ook grote zorgen. Zij vrezen dat AI vooral zal leiden tot minder journalisten. Wat gebeurt er met de tijdwinst: leidt die tot meer en nog betere content, of vindt de uitgever dat dit niet hoeft, en gaat hij journalisten ontslaan? Enkele journalistieke profielen in het bijzonder zijn daarbij extra bedreigd. Genoemd worden ‘ondersteunende’ functies, zoals designers, copywriters, vertalers en videoredacteurs. Maar ook online redacteurs die enkel nieuws van andere kanalen overnemen en samenvatten zetten zich beter schrap.

Hier en daar vreest iemand ronduit voor het teloorgaan van het journalistieke ambacht: het zelf uitdenken, uitzoeken en uitschrijven van nieuwsaanbod. AI dreigt de creativiteit en het gevoelsmatige uit het nieuws te halen. Meer: zelfs ‘de waarheid’ staat op het spel, wanneer AI teveel in het journalistieke vaarwater komt. In dat laatste verband wordt ook gewaarschuwd voor een al te ver doorgedreven gepersonaliseerd nieuwsaanbod.

Diverse respondenten zoomen ook nu uit en menen dat de toekomst vooral zal worden bepaald door ontwikkelingen in de brede samenleving. Dat wordt een maatschappij waar nog ontiegelijk veel meer informatie zal circuleren, grotendeels AI-gegenereerd. Wat wordt de plaats van de professionele journalistiek daarin?

Uitgerekend hier situeert zich ook weer een opportuniteit. Klassieke nieuwsmedia en journalisten kunnen zich precies extra onderscheiden van die mechanische, onpersoonlijke en veelal onbetrouwbare informatievloed. Het is meteen een belangrijke uitdaging die hen wacht: zichzelf meer en beter op de kaart zetten tegenover hun kunstmatige concurrent.

VRAGEN AAN 15 RESPONDENTEN

De 3 vragen in deze verkennende survey werden opgesteld met medewerking van Stephanie D’haeseleer, researcher imec-mict-UGent. Zij bracht tevens namen aan voor de onderzoeksgroep. Mee op basis van de geleverde input werkt zij nu een grote generatieve AI-enquête uit, die binnenkort bij alle VVJ-leden zal worden verspreid.

Vraag 1

Waar liggen volgens u mogelijkheden voor AI-toepassingen in de journalistiek? En waar liggen de grenzen? Graag verduidelijking van uw antwoord.

Indicatief volgen hier componenten van het journalistieke werkproces waarop u uw antwoord kunt baseren: Selectie van nieuwsitems (o.b.v. van sociale media-onderzoek e.d.m.) / Vertalingen van bronnenmateriaal / De verwerking van informatie (data-analyse, tekstsynthese e.d.m.) / Factchecking / De redactie van teksten / Het maken van afbeeldingen / Eindredactie (grammaticasuggesties e.d.m.) / Onderzoek nieuwsgebruik / Bijsturing nieuwsinhoud (titels e.d.m.) / Doorpublicatie op diverse sociale media / Doorpublicatie op andere mediaplatformen (bijvoorbeeld speech-to-text) / Andere …

 Vraag 2

Op welke domeinen ziet u AI impact hebben op de journalistiek in de komende jaren/decennia? Kunt u uw antwoord verduidelijken?

Indicatief volgen hier enkele mogelijkheden: De controle op ons werk / Onze onafhankelijkheid t.o.v. AI-technologie / Journalistieke functies/rollen / Werkgelegenheid / Onze verhouding met het publiek / Andere …

Vraag 3

Betekent AI voor de journalistiek structureel een bedreiging of net een opportuniteit? Wat kan volgens u de eindbalans zijn? Ook hier graag een verduidelijking van uw antwoord.

Kristof Van der Stadt (hoofdredacteur DataNews)

  1. ‘Ik zie mogelijkheden voor vertalingen, het samenvatten van teksten als leidraad, het maken van afbeeldingen ter illustratie, assistentie bij eindredactie (bijvoorbeeld voor het suggereren van andere titels), transcriptie van interviews, transcriptie van meetings, het schrijven van teksten op basis van het eigen tekstarchief als ‘voorzet’ voor de journalist (bijvoorbeeld voor een in memoriam of een bedrijfsgeschiedenis).’
  2. ‘Ik vrees een toevloed aan AI-nieuwssites die (fake) news genereren of nieuws dat niet gecheckt of gecontroleerd werd. Het is zeer makkelijk om een AI-tool samenvattingen te laten schrijven van nieuws op basis van artikels uit gereputeerde bronnen. Maar even snel speelt men daarbij ook de finesses kwijt. Daarnaast vrees ik dat uitgevers in AI een nieuwe besparingsmogelijkheid voor journalistiek personeel zien. Naarmate AI het werk overneemt zullen ze minder freelancers en vaste mensen nodig hebben. Ik vrees jobverlies voor onder meer (creatieve) copywriters, opmakers en grafische mensen.’
  3. ‘Ik zie in AI vooral een slimme assistent die gerust ingezet kan worden zolang het gebruik er van ook duidelijk vermeld wordt. Ik zie AI als een assistent, wat betekent dat de eindverantwoordelijkheid altijd bij de journalist ligt. Een journalist moet ook altijd het extra paar ogen zijn dat waakt over de kwaliteit, hij of zij kan nooit 100 % vervangen worden door een AI. In een ideaal scenario verrijkt AI de journalist in zijn of haar mogelijkheden om betere teksten te schrijven in een sneller tempo. De grote vraag is wat er met de tijdswinst gebeurt: kan een journalist daardoor méér content gaan maken? Of redeneert een uitgever dat er niet noodzakelijk meer content nodig is en het dus met minder werkkrachten kan?’

Rien Emmery (factchecker Knack, VRT)

  1. ‘Ik zie enkel mogelijkheden voor onderzoek, vertaling en eindredactie/spelling checking. Dat zijn eigenlijk zaken waar nu ook al technologie voor gebruikt kan worden. Géén generatieve AI, wat mij betreft.’
  2. ‘Ondertitelaars, dubbers en zo meer zullen overbodig worden bij hoogkwalitatieve journalistieke media. Bij laagkwalitatieve media zullen ook kopijschrijvers, beeldredacteuren en dies meer vervangen worden door AI.’
  3. ‘Een bedreiging 100 procent. De opportuniteiten die het biedt worden al gecoverd door andere technologie.’

Joeri Dehouwer (researcher Thomas More)

  1. ‘In zijn huidige vorm zal AI vooral dienstdoen als co-piloot in de verscheidene journalistieke werkfases. De journalist kan hierbij zijn bestaande taken versnellen, optimaliseren en aanvullen met ondersteuning van AI. We zien nu ook al de voorlopers van autonome agents. Die zullen delen van deze taken semi-zelfstandig kunnen uitvoeren. Hierbij zal de journalist nog steeds aansturen maar zonder elke opdracht expliciet te hoeven formuleren of op te splitsen in afzonderlijke taken. Op die manier krijgt hij zijn eigen team van virtuele collega’s of onderaannemers.’
  2. ‘AI zal invloed hebben op de voorbereidende fase, de uitwerking en de controle. AI hoeft daarbij niet uitsluitend als optimalisatietool te worden gezien. Elke technologie creëert weer nieuwe mogelijkheden. Zo zullen er nieuwe contenttypes ontstaan aangedreven door hyperpersonalisatie en automatisatie. Een stukje content zal op die manier niet langer noodzakelijk ‘geconsumeerd’ worden in de vorm waarin de auteur het heeft gemaakt. AI zet tekst om naar afbeeldingen, vandaar naar video, naar 3D en naar interactieve content, dat alles afhankelijk van de gebruikerscontext en voorkeuren.’
  3. ‘Beide. De journalist zal het moeten opnemen in een oorlog om de waarheid. AI zal zowel een wapen zijn VOOR als TEGEN de waarheid.’

Luc Pauwels (journalist VRT)

  1. ‘Simpele factuele teksten redigeren. Dubbelchecken van reeds gekende informatie. Transcriberen van audio- of video-opnamen. Vertalingen. Snel massa’s data doorploegen en structureren. Maar opgelet: er zitten momenteel nog te veel fouten in AI-apps om je zomaar te kunnen verlaten op hun informatie.’
  2. ‘AI zal bandwerk overnemen en meer ruimte laten voor dieper, meer inhoudsvol journalistiek werk.’
  3. ‘Voor mij is AI een opportuniteit voor ons vak: het kan helpen om snel info te vinden. Eén voorwaarde: het in acht nemen van de journalistieke basisregels. Check, dubbelcheck en triplecheck.’

Ike Picone (professor VUB)

  1. ‘In de audiovisuele journalistiek zie ik mogelijkheden voor vertaalwerk, ondertitelen en ook het automatisch dubben in andere talen met gesynchroniseerde lippen. Een geschreven tekst zal zonder veel moeite omgezet kunnen worden in korte video’s met AI-gegenereerde beelden en voice-over, opnieuw in verschillende talen. Voor nieuwsbedrijven die in verschillende markten actief zijn, creëert dat belangrijke nieuwe toepassingen. Personalisatie op basis van de voorkeuren van een gebruiker is al ingeburgerd, en zal in combinatie met generatieve AI nog verder doorgedreven worden. Denk aan teksten die automatisch geredigeerd worden in lijn met de voorkeuren en gebruikersgeschiedenis van mensen. Iemand die het conflict in Gaza op de voet volgt krijgt dan enkel de meest recente updates te zien, en dat wordt automatisch een stuk met explainersen meer geschiedenis voor iemand uit wiens online profiel blijkt dat die het conflict nog niet heeft gevolgd.’
  2. ‘Ik zie de grootse impact op het vlak van de snelheid en competitiviteit met anderen. Zij die AI op creatieve en efficiënte manieren zullen toepassen, krijgen een enorme voorsprong op zij die het niet doen. Die voorsprong zal zich uiten in termen van productietijd, productievolume, gepersonaliseerd aanbod en zo voort.’
  3. ‘Elke technologie is tegelijkertijd opportuniteit en bedreiging. Elke technologie die het productieproces efficiënter maakt, dreigt bepaalde profielen overbodig te maken. In de journalistiek zal het in de eerste plaats gaan over ‘ondersteunende’ profielen: designers, copywriters, vertalers, videoredacteurs en dies meer. Maar ook ‘online redacteurs’ die enkel nieuws van andere kanalen overnemen en samenvatten, zullen een groot deel van hun werk vervangen zien door een beperkt aantal redacteurs die met behulp van AI massa’s artikelen kunnen maken. Voor analytische, diepgravende journalistiek zal AI vooral ondersteuning bieden in het valoriseren van dat werk.’

Gunter Willekens (journalist Het Belang van Limburg)

  1. ‘Mogelijkheden? Eindredactie, correctie en suggestie.’
  2. ‘AI zal impact hebben op de controle van ons werk. Het kan ons helpen in onze zoektocht naar bronnen, bijvoorbeeld wanneer die in niet gekende talen beschikbaar zijn.’
  3. ‘Geen rozen zonder doornen.’

Dominique Deckmyn (journalist De Standaard)

  1. ‘AI kan dienen voor bijna alles behalve het produceren van artikels (of het delen van artikels). Het is een goede eerste stap bij informatiegaring, vooral als je in dialoog met de chatbot gaat zoeken. Je komt dan op info die je met een Google zoekterm niet vindt. AI kan ook een goede brainstorm-partner zijn, om ideeën voor insteken of vragen voor een interview te genereren. Maar het is totaal ongeschikt voor eindredactie. Het creëren van beelden is problematisch, hoewel er bij sommige media best wel situaties zijn waar het kan. En dan ja, AI als hulpje bij het doorpublishen op sociale media, zoals vaak wordt gezegd. Al is dat nu toch niet zo’n grootschalig werk.’
  2. ‘De lezers worden overstroomd met (gegenereerde) tekst. Onduidelijk hoe ze daar tegenover zullen staan. Onduidelijk ook of lezers met een AI Chatbot zullen praten om aan nieuws te komen: technisch kan dat, maar afwachten of dat frequent zal voorkomen. Sommige uitgevers hopen duidelijk om geld te besparen door AI, dat is uiteraard een potentiële dreiging.’
  3. ‘In de eindbalans geloof ik altijd dat nieuwe technologie positief is. Voor de maatschappij in haar geheel zeker. Specifiek voor de journalistiek: net als in andere beroepen, valt er ook in de journalistiek wat efficiëntie te rapen, in de zin van sneller en goedkoper werken. Automatische vertalingen maken meer bronnen toegankelijk, wat een grote winst is voor vooral buitenlandjournalistiek. Maar of het nu een enorme opportuniteit is die vooral niet gemist mag worden? Dat is wat veel uitgevers nu denken, en dat is wel een beetje zorgwekkend. Ik denk dat generatieve AI zeker een nuttig instrument is voor veel mensen, ook voor journalisten, maar specifiek voor ons beroep nu eigenlijk ook geen gigantische doorbraak. De impact op de bredere maatschappij lijkt mij groter. En uiteraard moeten de media functioneren binnen die maatschappij waar veel meer gegenereerde tekst en beeld zal circuleren.’

Kristin Van Damme (researcher UGent)

  1. ‘AI kan inspiratie bieden, er zijn interessante tools voor het transcriberen of synthetiseren. Maar sommige redacties zullen van AI profiteren om snel en goedkoop werk te leveren. Zij gaan gewoon copy-pasten wat Chat GPT & consoorten te bieden hebben. Die keuze heeft dan wel minder met journalistiek te maken dan met drijfveren daarbuiten. Ik pleit er alleszins voor dat redacties sterk blijven inzetten op een menselijke inbreng, voor de benadering van het nieuws, voor verduidelijking, voor achtergronden… Op die manier kunnen ze hun journalistieke rol ook extra in de verf zetten, tegenover de AI-driven journalistiek die eraan komt.’
  2. ‘AI zal een invloed hebben op alle journalistieke vlakken. Het zal toelaten werk efficiënter en sneller te doen, waardoor meer tijd vrijkomt voor volwaardiger journalistiek werk. Althans in theorie, want eerlijk gezegd verwacht ik dat AI de werk- en efficiëntiedruk nog zal vergroten. Journalisten zullen mogelijk nog sneller moeten werken, nog meer werk leveren op nog kortere tijd. Ik vrees dan ook dat er niet meteen zoveel in huis zal komen van de verwachting dat AI de deur opent voor bijkomend creatief journalistiek werk.’
  3. ‘Het is niet of-of. AI zal altijd voor zowel opportuniteiten als bedreigingen zorgen. Of AI uiteindelijk positief of negatief uitdraait voor de journalistiek, hangt af van de keuzes die zullen worden gemaakt. Komen er volledig AI-driven nieuwssites, en wat wordt hun belang? Valt de keuze op een AI-driven aanbod voor de paywall, en diepgravender journalistiek erachter? Als alles te veel verschuift in de richting van een goedkoop AI-aanbod, moeten we meer van een bedreiging spreken. Anderzijds blijft de informatiestroom maar toenemen, en zullen mensen altijd nood hebben aan betrouwbare journalistiek. Door daarop in te spelen, kunnen redacties wat nu gebeurt juist als een opportuniteit zien.’

Pieterjan Van Leemputten (journalist DataNews)

  1. ‘Transcriptie van interviews, en op termijn vermoedelijk ook interviews grotendeels als afgewerkte tekst afleveren. Vertalingen van zowel bronmateriaal als het eindresultaat: video of tekst wordt simultaan in verschillende talen verspreid. Beeldgeneratie ter vervanging of aanvulling van stockbeelden. Automatisering van overhead: posten op sociale media, AB-testing, nieuwsbrieven samenstellen, homepage ordenen… Teksten automatisch inkorten tot de gewenste lengte, bijvoorbeeld bij het omzetten van online naar print of het aanbieden van een langere of kortere versie voor de lezer naargelang diens tijd.’
  2. ‘Ik denk en hoop dat AI een groot deel van de heavy lifting kan overnemen. Interviews uitschrijven, teksten op lengte brengen of stillistisch herwerken ligt allemaal binnen handbereik. Het blijft wel een tweesnijdend zwaard. Door onze taaklast te verlichten kunnen we focussen op betekenisvolle journalistiek, maar er zullen ook publicaties zijn die AI gaan gebruiken om met 1 of 2 mensen een of meer websites in meerdere talen of vormen te vullen. Die hoeven dan niet in te zetten op eigen werk of expertise.’
  3. ‘Voor 70 % zeker een opportuniteit. Er zijn risico’s, zeker bij uitgevers die vooral resultaat willen en minder begaan zijn met het journalistieke metier. Maar ik geloof wel dat AI zowel nuttig is voor journalisten (om sneller goed werk te leveren), als voor uitgevers, die zo kunnen besparen omdat journalisten meer tools krijgen. De grote vraagstukken liggen vooral nog in wat deontologisch kan en mag. En hoe je als algemene of niet enorm ervaren journalist het verschil kan maken in een landschap waar ‘iedereen’ nu teksten kan afleveren over een onderwerp naar keuze.’

Frederic Heymans (researcher VUB / Data & Maatschappij)

  1. ‘Mogelijkheden zijn er zeker. Geautomatiseerde contentcreatie: AI-tools kunnen formats van nieuwsartikelen of samenvattingen genereren op basis van ruwe gegevens, waardoor er minder tijd en moeite nodig is voor routinematige taken. Eindredactie: ondersteuning voor de correctie van teksten, het suggereren van quotes en titels. Vertaalopdrachten. Audio naar tekst: ondersteuning van journalisten bij de transcriptie van interviews. Personaliseren van content, zoals het maken van nieuwsbrieven op maat. Visualisering van data. Factchecking. Grenzen zijn er ook, en die stellen de nood aan kwaliteitscontrole. Menselijk toezicht blijft essentieel om de kwaliteit, context en journalistieke integriteit van nieuwsverhalen te behouden.’
  2. ‘Wat journalistieke functies betreft, zullen factcheckers een meer centrale rol gaan spelen op redacties. Generatieve AI zal verder nieuwe functies creëren of nieuwe skills vereisen op redacties: redacteuren zullen goede prompts moeten leren schrijven, fotoredacteuren zullen nieuwe visualisatietechnieken moeten leren en toepassen. Ook de verhouding met het publiek zal evolueren: de personalisatie en het herformatteren van content op maat van doelgroepen zullen aan belang winnen. Met diverse tone of voice zullen bijvoorbeeld jongeren dan wel ouderen worden aangesproken.’
  3. ‘Beide. Voor kleine nieuwsredacties kunnen AI-tools heel wat ondersteuning bieden. Taken kunnen geautomatiseerd worden en zo de werklast verlagen. De JournalismAI Academy for small newsrooms toon dit goed aan. Anderzijds kan het ook het beroep uithollen. AI-tools kunnen ingezet worden om het online klikgedrag van lezers te monitoren en op basis hiervan het nieuwsaanbod te sturen. Of er kunnen nieuwe functies ontstaan zoals eindredacteur van door AI gegenereerde content. AI schrijft de tekst, een eindredacteur leest het na en publiceert het verhaal. Het creatieve aspect van de job kan door AI afgevlakt worden.’

Valerie Deridder (journalist Knack)

  1. ‘Ik denk dat generatieve AI zoals ChatGPT kan worden gebruikt voor een eerste aanzet, bijvoorbeeld voor glossaria en dies meer. Voor een eerste eindredactie kan het ook. Qua titels zou ik oppassen: de titels die doorgaans goed scoren zijn heel clickbaity, dus mogelijk stelt AI die dingen voor. Maar is dat ook de branding die je als nieuwsmerk wil uitstralen?’
  2. ‘Qua onafhankelijkheid ten opzichte van technologie denk ik dat het wel meevalt. Online nieuwsmedia zijn ook niet opeens veel minder kritisch voor bij voorbeeld sociale media geworden. Qua functies zie ik een vervanging van de journalist door een AI voorlopig nog niet gebeuren. Dat belet niet dat elke journalist wel zal moeten leren hoe AI te gebruiken in zijn werk.’
  3. ‘Ik denk dat AI voorlopig het beroep van journalist niet bedreigt, aangezien je er ook een portie creativiteit en menselijke voelendheid voor nodig hebt. Dat zijn dingen die je niet kan programmeren.’

Geert Van Lierde (vakpersjournalist)

  1. ‘Snelle vertalingen. Het snel verzamelen van basisinfo of het opstellen van een ontwerptekst met basismateriaal. Maar dat blijft wel degelijk nog verder redactioneel uit te werken. Factchecking blijft (alsnog) noodzakelijk.’
  2. ‘De nieuwsverwerking zal veranderen: we gaan sneller een eigen tekst kunnen aanleveren. Tijdwinst is belangrijk element. Tegelijk zal een eindredactie of ‘AI-redactieteam’ een algemeen artikel kunnen maken. Journalisten zullen dus hun vakkennis veel sterker moeten uitspelen om hun bijdragen persoonlijk te onderbouwen en te kleuren, ook wat betreft algemene of achtergrondartikels.’
  3. ‘Zowel bedreiging als opportuniteit. Bedreiging omdat meer algemene artikels door AI gegenereerd kunnen worden, zeker wanneer men dergelijke artikels gaat copy-pasten. Idealiter wordt dat ook vermeld, net zoals men een ‘publiscopie’ vermeldt. Opportuniteit omdat het je mogelijkheid geeft om sneller te werken en mogelijke nieuwe inzichten of aanknopingspunten rond een onderwerp te zien. Een specifieke opportuniteit zijn de vertaalmogelijkheden, die een veel snellere verwerking van teksten in een andere taal toelaten; hier is de tijdwinst enorm. Factchecking blijft cruciaal. Journalisten moeten hun vakkennis sterker gaan tonen en zich ‘in de markt’ zetten als de ware specialisten. Ze moeten zich daartoe sterker profileren op internet, en niet louter berusten in de publicatie van hun bijdragen en vermelding van hun naam op de website van een medium. De journalist moet een ‘merknaam’ worden die bewijst beter geïnformeerd te zijn dan AI.’

Jan Nagels (journalist Belga)

  1. ‘Mogelijkheden: vertalingen, verwerking van info en eindredactie. Grenzen: van zodra er het minste risico bestaat op ongeverifieerde of onjuiste info.’
  2. ‘Journalistieke taken zullen verder geautomatiseerd worden. In een ideaal scenario gaat dit niet gepaard met banenverlies, maar kan dit de hoge werkdruk in de sector verlagen en journalisten meer tijd bieden voor andere opdrachten.’
  3. ‘AI kan volgens mij zeer zeker een bedreiging vormen voor de journalistiek en bij uitbreiding de samenleving. Vandaar het bijzonder grote belang om duidelijke grenzen te stellen en voor een goede omkadering te zorgen.’

Sarah Van Leuven (professor UGent)

  1. ‘Ik zie parallellen met onze studenten die papers moeten schrijven. Voor research, datamining, het maken van samenvattingen of spellingcontrole biedt AI zeker mogelijkheden. Idem voor headline testingof het maken van titels. Maar het creatievere werk, het interpreteren van informatie ook, dat zal toch steeds mensenwerk blijven. Overigens moet élke inzet van AI met kritische zin gebeuren. Het materiaal waarmee die tools worden getraind, is nu eenmaal niet neutraal.’
  2. ‘Internet had sowieso al een grote impact op de journalistiek. Er kwam een massa gratis nieuws online, maar voor analyse, duiding of recensies moet men achter een paywall zijn. AI zal dat nog versterken. Ik vrees overigens dat dit niet meteen de werkgelegenheid van journalisten ten goede komt. In theorie komt er meer ruimte voor diepgravender werk, maar in het verleden zagen we al dat redacties verder werden uitgedund en synergieën aangingen. In vergelijking met andere landen zitten we nu al aan een kritische onderdrempel. Uiteindelijk is dan de vraag wat nog je relevantie is als nieuwsmedium.’
  3. ‘Het heeft volgens mij vooral te maken met de risico’s van buitenaf. Iedereen kan nu AI-gegenereerde content maken, van almaar hogere kwaliteit bovendien. Begin dan maar eens met het verifiëren van deepfake video of audio, bijvoorbeeld uit Gaza. Maar ook voor de nieuwsdistributie rijzen er extra ethische vragen. Wat doen we bijvoorbeeld met de mogelijkheid om met AI almaar meer gepersonaliseerde nieuwsfeeds uit te sturen?’

Luc Vanheerentals (freelance journalist)

  1. ‘Ik zie voor mijn journalistiek werk (De Juristenkrant, Apache, De Journalist, RandKrant, ROBtv, DeWereldMorgen…) geen voordelen in het gebruik van AI-toepassingen.’
  2. ‘Journalisten zullen volgens mij meer afhankelijk worden van het gebruik van AI-technologie, hetgeen ten koste zal gaan van het vertrouwen in media bij het publiek.’
  3. ‘Ik zie vooral een bedreiging. Op lange termijn vrees ik een teloorgang van het authentieke journalistieke ambacht: het zelf op zoek gaan naar informatie die 100 procent betrouwbaar is, het stuk helemaal zelf uitdenken en het vervolgens ook uitschrijven.’
Onze partners