Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuws op AI: drie werven voor de journalistiek

Pol Deltour

 

De razendsnelle doorbraak van AI, en generatieve AI in het bijzonder, brengt de nieuwsmedia en journalistiek in een nieuwe stroomversnelling. (Generatieve) AI opent de deur naar diepgravender onderzoek, een snellere verwerking van het nieuws, een efficiëntere distributie en een doorgedreven interactie met de nieuwsgebruiker. Tegelijk is AI ook maar wat het is: een technologie, met alle risico’s van dien op technisch feilen, bias, inbreuken op de privacy, miskenning van auteursrechten, oncontroleerbaarheid en onvoldoende transparantie.

De ontwikkeling van AI tegenhouden of zelfs maar afremmen is vandaag nauwelijks een optie. Het debat moet wel gaan over hoe we de nieuwe technologie inkapselen in ons journalistieke werk, in de nieuwsmediasector en in de brede samenleving in het algemeen.

Concreet zien we drie werven voor de aanpak van het thema. Het eerste wat aandacht moet krijgen is de kwaliteit en betrouwbaarheid van de nieuwe AI-tools op zich. Verwant hiermee is hoe de nieuwe technologie op nieuwsredacties wordt uitgerold. Maar AI-ontwikkelingen beperken zich niet tot onze eigen sector, andere actoren zetten er eveneens volop op in. Hoe we daarmee omgaan vormt de derde werf.

 

WERF 1  --  WELKE AI ?

De journalist die nog nooit gebruik heeft gemaakt van ChatGPT, mag nu zijn hand opsteken. Ongetwijfeld gaat het over een met dag slinkende groep. De nieuwe technologie levert dan ook opmerkelijke resultaten. Heb je nood aan een snelle recall van het Vlinderakkoord? Een in memoriam over Mick Jagger? Vragen voor een interview met prins Laurent misschien? Of een recept voor pasta met zalm? Niet enkel Chat GPT, maar ook Bing AI en Google Bard komen ons dezer dagen royaal tegemoet.

Allerlei tools leerden ons eerder al wat trending is op sociale media. Ligt een interessant dossier wat zwaar op de hand? Voor data-analyse en tekstsynthese is er specifieke AI. Met speech-to-text-applicaties zijn interviews vandaag zo uitgeschreven. En omgekeerd geraken teksten vandaag net zo snel in audio en zelfs video omgezet.

Voor vertalingen liggen de tools eveneens voor het grijpen. En vertrouwen we ons bronnenmateriaal niet zo erg – een uitdaging die er met generatieve AI exponentieel groter op wordt – dan komt AI ons voor factchecking te hulp. Daar zitten onder meer tools voor gezichtsherkenning bij.

Zelfs teksten genereren lijkt nu vrij aardig te lukken, zeker als het over eenvoudige berichtgeving gaat. En is het journalistieke product klaar, dan helpt AI om dat almaar breder te verspreiden, opnieuw via vertaalsystemen of speech-to-text-toepassingen onder meer. Nieuwsmediabedrijven hebben overigens nooit beter zicht gehad op hun publiek van nieuwsgebruikers als vandaag – dankzij gesofisticeerde technologie. Met behulp van AI wordt daar nu ook almaar intenser op ingespeeld. Een al vrij diep doorgedrongen toepassing zijn de A/B-testingtools voor koppen boven de stukken. Maar ook meer in het algemeen wordt nieuws almaar verfijnder gediversifiëerd en gepersonaliseerd.

No stress

De voordelen zijn legio. Er kan meer, sneller en beter worden gewerkt. Diepgaander en preciezer. Technologie wordt niet moe of ziek, heeft geen last van stress of burn-outs. Ze  raakt niet afgeleid en kent geen middagdip. De grote werkdruk – waar het gros van ons mee te kampen heeft – lijkt plots wat lichter. En het halen van die verdomde deadline wordt plots een stuk makkelijker.

Ook voor de nieuwsgebruiker zit er winst in. Hij/zij wordt almaar meer op zijn/haar persoonlijke (nieuws)wenken bediend. En nieuwsbedrijven die hun publiek almaar beter leren kennen, kunnen dat omzetten in steeds verfijndere businessmodellen, met intelligente paywalls onder meer.

Het mag ons niet blind maken voor de keerzijde van technologie en (generatieve) AI in het bijzonder. De mogelijkheid van technisch feilen. Het gevaar dat de technologie met bias is behept, te wijten aan de vooroordelen van haar ontwikkelaars. De fouten die bij de ontwikkeling ervan zijn gemaakt. De oncontroleerbaarheid van de tools. En het gebrek aan transparantie over hun bronnenmateriaal, hun trainingswijzen, hun algoritmes en hun functioneren in het algemeen.

Echte menselijke originaliteit zal AI overigens nooit kunnen evenaren, net zomin als individuele gevoeligheden of persoonlijke invalshoeken. Ongeremde AI dreigt daarnaast veel meer dan menselijk vernuft inbreuk te maken op persoonsrechten, zoals privacy. En maatschappelijke belangen – zoals diversiteit, tolerantie of democratie – zijn evenmin haar eerste bekommernis.

Code

Het doet wel degelijk en terecht de vraag rijzen naar een waardenpatroon, een lijst van criteria waaraan AI altijd zou moeten voldoen. De Raad voor de Journalistiek zette onlangs enkele lijnen uit in een richtlijn over AI. ‘Artificiële intelligentie kan een rol spelen bij de garing, redactie, productie en verspreiding van nieuwsitems’, aldus de Raad. Daarbij moeten ‘de principes van de Code’ wel worden gerespecteerd. Zelf beklemtoont de Raad in zijn AI-richtlijn daarbij het belang van de menselijke supervisie over AI, alsook de nood aan transparantie erover.

De Code van de Raad voor de Journalistiek is inderdaad een goede uitvalsbasis voor de regulering van AI. Het principe van de journalistieke onafhankelijkheid laat zich makkelijk vertalen als de regel dat een human in de loop noodzakelijk blijft, of nog in het werkregime mens-machine-mens. De deontologische basisregel van correcte journalistiek behoeft nauwelijks een AI-variant: tools kunnen maar worden ingezet wanneer ze honderd procent betrouwbaar zijn en vrij van bias. Hoe dan ook is transparantie over de interne motoriek van elke gebruikte tool een must. Net zoals menselijke journalisten moeten AI-tools verder persoons- en meer bepaald privacyrechten respecteren (een uitdaging die tools voor gezichtsherkenning bijvoorbeeld op scherp stellen). Tot slot houdt een journalist – ook wanneer hij AI inschakelt dus – tot op zeker hoogte bepaalde breedmaatschappelijke belangen voor ogen, zoals diversiteit, tolerantie en democratie.

Laat ons dus werk maken van een catalogus van AI-tools, waarbij niet enkel de efficiëntie daarvan maar ook de journalistieke kernwaarden in rekening worden gebracht. Een soort Test-Aankoop voor journalistieke AI als het ware. Een work-in-progress wordt dat sowieso, of noem het een tableau vivant, want tegenwoordig wordt elke dag weer wel een nieuwe tool ontwikkeld die ook journalisten en nieuwsmedia van nut kan zijn. Hoe dan ook zijn alle tips welkom. Welke AI-tools – externe of ontwikkeld door het eigen bedrijf – gebruik jij in je journalistieke werk? En voldoen die tools of niet – en waarom? Laat het ons weten op pol.deltour@journalist.be.

WERF 2  --  DE UITROL VAN AI

Behalve de intrinsieke kwaliteiten van AI, is voor journalisten nog een thema van vitaal belang: dat is hoe AI-applicaties in het mediabedrijf worden uitgerold.

Opnieuw biedt de AI-richtlijn die de Raad voor de Journalistiek onlangs goedkeurde enig houvast. Volgens de richtlijn moet de hoofdredactie ten aanzien van de ontwikkelaars van intelligente systemen waken over de naleving van de principes uit de Code. Eens geïmplementeerd, komt het de redactie verder toe transparant te communiceren over de inzet van AI voor de productie dan wel distributie van nieuws.

Voor de praktijk kunnen deze aanwijzingen nog aanzienlijk worden verfijnd en aangevuld. 

  • Uitwerken AI-strategie

Alles begint met de pertinente nood aan een duidelijke AI-strategie. Voor welke journalistieke (of commerciële) activiteiten kunnen (Gen)AI-tools nuttig zijn? Maar ook: wat is behalve de meerwaarde de mogelijke schaduwzijde van een beoogde tool. Deze kosten-/batenanalyse dringt zich op voor elke nieuwe technologische innovatie in het mediabedrijf en kan gebeuren op basis van de parameters beschreven in WERF 1.

  • Testing en evaluatie

Nieuwe tools moeten voldoende worden uitgetest voor gebruik. Eens ingezet, moeten ze bovendien voortdurend en intensief worden geëvalueerd. Voor een en ander kan dezelfde checklist worden gebruikt als opgenomen in WERF 1. AI-tools die om de een of andere reden niet voldoen, moeten meteen worden afgevoerd.

  • Inspraak redacties

Het uitwerken en opvolgen van een AI-strategie voor de redacties moet noodzakelijkerwijs plaatsvinden in overleg met de redactie. Behalve de hoofdredactie gaat het – althans voor de grotere nieuwsbedrijven – om de redactieraad. Deze inspraak moet zich uitstrekken tot de tools die worden ingezet voor de uiteindelijke distributie van het nieuws, ook al ziet de mediadirectie dat mogelijk als een meer commerciële functie.

  • Opleiding en bijscholing

Er moet voluit worden ingezet op AI-literacy voor journalisten, zowel in journalistenscholen als in de mediabedrijven. De VVJ, en meer bepaald VVJ Academy, moet aanvullende opleidingsmogelijkheden creëren, zodat ook freelancejournalisten de nodige informatie verkrijgen. Aandacht moet gaan naar het volledige plaatje: zowel wat AI kan bijbrengen als wat de valkuilen ervan zijn.

  • Personeelsbeleid

De inschakeling van AI mag niet leiden tot de uitschakeling van journalisten. Journalisten moeten blijvend worden ingezet voor het beheer van AI-tools, en wat er desgevallend vrij komt aan menselijke capaciteit moet worden gericht op nieuwe journalistieke taken. AI kan en moet leiden tot een heroriëntering van journalistiek talent, niet tot een uitsparing ervan.

  • Auteursrechten

Bij de inzet van externe AI moeten nieuwsbedrijven en journalisten aandacht hebben voor de auteursrechten die daaraan vasthangen. Nieuwsbedrijven die eigen AI-tools ontwikkelen gegrond in het werk van hun journalisten, moeten met die laatsten tot afspraken komen over de journalistieke auteursrechten, zowel in morele als materiële zin.

  • Aansprakelijkheid

Nieuwsbedrijven en redacties moeten tot afspraken komen over de aansprakelijkheidsregeling voor wanneer het fout gaat. Hoe wordt die aansprakelijkheid verdeeld over de ontwikkelaar van een tool, het nieuwsbedrijf dat de tool ter beschikking stelt en de journalist die er gebruik van maakt?

  • Mentaal welzijn

Technologie komt in het algemeen met een mentale kost: meer stress, minder rust in het hoofd. AI-technologie vergroot die druk nog. Nieuwsmediabedrijven moeten aandacht hebben voor het mentale welzijn van hun journalisten en andere medewerkers die almaar meer technologie-afhankelijk worden.

  • Transparantie

Bij de implementatie van AI-tools kwijten nieuwsbedrijven en journalisten zich van openheid van zaken in de richting van hun publiek.

WERF 3  --  HOE OMGAAN MET ‘EXTERNE’ AI ?

Nieuwe AI-toepassingen verspreiden zich razendsnel doorheen de hele samenleving. Het zou dan ook een grove misvatting zijn om enkel maar ons eigen AI-gebruik te stroomlijnen. Minstens even belangrijk is dat we gepast inspelen op AI-ontwikkelingen buiten onze eigen mediasector.

Economische omgeving

Vooral big tech bedrijven profiteren maximaal van de AI-explosie. OpenAI met ChatGPT, Microsoft met Bing Chat en Google met Bard lopen voorop in de race naar gebruikers. Maar ontelbaar veel kleinere techondernemers implementeren eveneens nieuwe AI-tools, onder meer in de sfeer van communicatie en nieuws.

Voor de klassieke nieuwsmedia creëert dat eens te meer nieuwe en machtige concurrenten in de strijd om aandacht van het publiek. Des te belangrijk is het dat de overheid met concentratie- en concurrentiewetgeving nauwgezet toeziet op de overlevingskansen van de professionele journalistiek als een van de steunpilaren voor democratie.

Van hun kant moeten klassieke nieuwsbedrijven voluit blijven inzetten op authenticiteit, betrouwbaarheid en fairness, als elementaire tegenwaarden voor AI. Dat veronderstelt ook dat ze zelf voorzichtig omspringen met eigen AI-toepassingen. Maar daarover ging het dus al in de WERVEN 1 en 2. Imagocampagnes vormen een ander mogelijk onderdeel van counterstrategie.

Auteursrechten

Cynisch is wel dat talloze kapers op de kust hun nieuwe AI-taalmodellen ontwikkelen met klassiek nieuwsaanbod als grondstof. Dat roept de vitale vraag op naar respect voor de auteursrechten van uitgevers en journalisten.

In theorie zijn er wel mogelijkheden om te verhinderen dat AI-ontwikkelaars hun modellen voeden met professionele nieuwscontent. Die content beveiligen met een wachtwoord of achter een betaalmuur steken is uiteraard een optie. En daarnaast kan men ook via een robots.txt bestand laten weten dat men zich tegen het scrapen van de eigen website verzet. Recentelijk kwam evenwel aan het licht dat dit malafide AI-exploitanten niet belet om alsnog hun slag te gaan: lichte aanpassingen aan de content moeten dan beletten dat rechthebbenden het schrapen van hun werk ontdekken. Alleen nog gesofisticeerder AI laat vervolgens toe om deze wanpraktijken alsnog aan het licht te brengen.

Journalisten en uitgevers moeten samen waken voor het respect van hun auteurs- en uitgeversrechten. De overheid komt het toe via adequate wetgeving de AI-ontwikkelaars de gepaste transparantieverplichtingen met betrekking tot hun bronnenmateriaal op te leggen – iets waar alvast de komende AI-Act van de Europese Unie op inspeelt. In het verlengde daarvan dringen ook wettelijk gewaarborgde raadplegings- en remuneratieverplichtingen zich op. Een model hiervoor vormt overigens de Europese en intussen ook Belgische wetgeving op het digitale uitgevers- en journalistenauteursrecht tegenover zoekmachines en social media.

Veiligheid en privacy journalisten

Nog fundamenteler is de bedreiging die uitgaat van AI-toepassingen in de surveillancesfeer. Met generatieve AI is de dood van pandora geopend, zo verklaarde een cybersecurity-expert onlangs. Fijnmazige detectietools, zoals technologie voor gezichtsherkenning, kunnen de privacy en het bronnengeheim van journalisten extra onder druk zetten. Andere AI-toepassingen verhogen het risico op stalking, intimidatie of bedreiging van journalisten.

Journalisten en nieuwsbedrijven moeten hier uiterst waakzaam voor zijn. En overheden komt het toe ook hier de gepaste bescherming te verlenen.

 

Onze partners