Overslaan en naar de inhoud gaan

#RightToKnow: VVJ met eisenpakket naar federale en Vlaamse overheid

België scoort niet goed als het gaat over openbaarheid van bestuur. De VVJ werkte daarom een catalogus uit met verbeterpunten voor zowel het federale als het Vlaamse bestuursniveau.   Charlotte Michils   

Volgens de Global Right to Information Map van het Centre for Law and Democracy, dat de openbaarheidsregelingen in 134 landen onderzoekt, staat België maar op de 119de plaats. Dat is net na Saoedi-Arabië en vlak voor de Dominicaanse Republiek. Niet te verwonderen dat volgens de laatste journalistensurvey van de UGent en de VVJ slechts 16 procent van de Vlaamse beroepsjournalisten gebruik maakt van de wetgeving op de openbaarheid van bestuur (WOB). Dat is heel wat minder dan in Nederland en de Scandinavische landen het geval is. De VVJ raadpleegde journalisten, organisaties en academici, en zette zich aan een catalogus van verbeterpunten – zowel op federaal als op Vlaams niveau. Daarmee trekken we nu naar de respectievelijke overheden, in de hoop op positieve respons. Voldoende openbaarheid van bestuur blijft immers een cruciale voorwaarde voor echte informatievrijheid, en voor de persvrijheid in het bijzonder. Natuurlijk is en blijft België een vrij ingewikkeld land, met zowel een federaal als communautaire bestuursniveaus. Volgens de Grondwet kunnen die ook elk hun eigen openbaarheidswetgeving uitwerken. Dat geeft aanleiding tot diverse regelgevingen, die kunnen verschillen op het stuk van de uitzonderingen op de openbaarheid, de te volgen procedure of nog de beroepsmogelijkheden. Overigens komt ook Europa en zelfs de VN af en toe om het hoekje kijken. Zo werden voor de toegang van het publiek tot milieu-informatie het Verdrag van Aarhus en een bijhorende richtlijn RL 2003/4/EG uitgevaardigd. Op Belgisch niveau leidde dat tot een specifieke wet, in Vlaanderen werden die bepalingen geïntegreerd in het Bestuursdecreet. Uiteraard is het daarnaast ook zaak beter te communiceren over de openbaarheidsregels, opdat journalisten, onderzoekers en burgers sneller hun weg vinden erin.   

FEDERALE VERBETERPUNTEN   

De federale openbaarheid van bestuur wordt geregeld door twee wetten: een wet van 11 april 1994 en een van 5 augustus 2006. De eerste regelt de toegang tot bestuursinformatie in het algemeen, de tweede helpt de burger aan milieu-informatie. Om te beginnen bepleiten we een integratie van beide wetten. Dat zou alvast tot een aanzienlijke vereenvoudiging leiden met betrekking tot procedures en beroepsmogelijkheden. Voor meer punctuele verbeterpunten vertrekken we van de wet van 11 april 1994, de oudste en meest compacte wetgeving. Mutatis mutandis zijn de voorstellen dan ook toepasselijk op de wet van 5 augustus 2006.   

Een algemeen loket voor alle openbaarheidsverzoeken 

Richt een algemeen loket in voor alle federale openbaarheidsverzoeken (inclusief die voor milieu-instanties). Dat loket kan de aanvragen vervolgens dispatchen naar de juiste overheid. Door een algemeen loket in te richten kunnen de mensen die het loket bevolken de WOB sneller en beter in de vingers krijgen. Dat komt ook de rechtszekerheid ten goede.   

Overweeg een aparte regeling die een fast-track procedure voor journalisten invoert 

Journalisten werken met krappe deadlines. Velen wobben niet omdat de termijnen niet compatibel zijn met de journalistieke praktijk. Dat begint al met de (te lange) termijn die de aangezochte overheid heeft om te reageren. Bij een weigering speelt dan ook nog de beroepstermijn. Beide termijnen kunnen bovendien worden verlengd. Voer daarom een aparte fast track-procedure in voor journalistieke doeleinden en maak wobben aantrekkelijker voor journalisten.   

Maak komaf met de absolute weigeringsgronden 

Tegen de wil van de grondwetgever in bevat de wet van 11 april 1994 4 zogenaamd absolute weigeringsgronden. In principe betekent 'absoluut' dat er voor deze uitzonderingsgronden geen afweging moet gebeuren, maar in de praktijk blijken ze vaak toch een relatief kantje te hebben. Dat zorgt voor onnodige spraakverwarring en discussies. We pleiten er dan ook sterk voor om komaf te maken met deze absolute weigeringsgronden en enkel relatieve weigeringsgronden over te houden. Hoe dan ook moet daarbij het beginsel gelden dat openbaarheid de regel is, en elke uitzondering erop beperkend worden geïnterpreteerd.   

Maak van de beroepsinstantie een beslissingsorgaan 

Ingeval de openbaarheid wordt geweigerd, is beroep mogelijk bij de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten (CTB), dat fungeert als een adviesorgaan. Het is essentieel hiervan een formele beslissingsinstantie te maken. Zoals dat nu al het geval is voor de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie en voor de Vlaamse beroepsinstantie. Ongetwijfeld zal die switch naar beslissingsbevoegdheid gepaard moeten gaan met een uitbreiding van het personeelskader van de CTB. Volgt er na het beroep een nieuwe afwijzing, dan kan men naar de Raad van State. Onnodig te zeggen dat dit een tijdrovende en dure procedure is. Bovendien betekent een vernietiging van de weigeringsbeslissing door de Raad van State nog niet dat de verzoeker meteen de overheidsinformatie in handen krijgt.

Zie de integrale VVJ-nota met federale verbeterpunten op www.journalist.be   

VLAAMSE VERBETERPUNTEN   

De Vlaamse openbaarheidsregelgeving is van recentere datum dan de federale. Ze maakt deel uit van het Bestuursdecreet dat van kracht werd op 1 januari 2019. Toch heeft de VVJ ook hier een lijst met verbeterpunten. Zo pleiten we ook op Vlaams niveau voor een algemeen loket voor alle openbaarheidsverzoeken, een fast-track procedure voor journalisten en een schrapping van de absolute weigeringsgronden voor openbaarheid. Maar er is meer.   

Nieuwe weigeringsgrond 'interne communicatie' holt het openbaarheidsrecht verder uit 

De VVJ betreurt deze onlangs nog ingevoerde weigeringsgrond, die door zijn vaagheid de deur opent naar een veel te ruime interpretatie en dus neerkomt op een verdere uitholling van het openbaarheidsprincipe. De uitzondering werd ontleend aan het Verdrag van Aarhus en RL 2003/4/EG over de toegang tot milieu-informatie, maar uitgebreid naar alle informatie. Dit gaat in tegen de bedoeling van de internationale wetgever die met beide instrumenten enkel de toegang tot milieu-informatie wilde regelen. Voor meer informatie over de bezwaren met betrekking tot deze weigeringsgrond zie Open brief VVJ aan de Vlaamse wetgever over wijzigingen aan het Bestuursdecreet m.b.t. de openbaarheid van bestuur - VVJ (journalist.be).   

Geef overheden de kans om aanvragen ingediend voor journalistieke doeleinden soepel te beoordelen 

Artikel II.38 van het Bestuursdecreet bepaalt dat wanneer universiteiten, hogescholen of erkende onderzoeksinstellingen een openbaarheidsverzoek indienen voor wetenschappelijke doeleinden, overheden kunnen kiezen om bepaalde uitzonderingsgronden niet in te roepen. Gelet op de vrijheid van meningsuiting en het recht op informatievrijheid, en in overeenstemming met artikel 10 EVRM en de rechtspraak van het EHRM, is het noodzakelijk om deze mogelijkheid uit te breiden naar aanvragen ingediend voor journalistieke doeleinden.   

Bouw aan een onafhankelijke beroepsinstantie die vertrouwen inboezemt 

Met de invoering van het grondwettelijk openbaarheidsrecht beoogde de wetgever beter geïnformeerde en weerbare burgers die in dialoog kunnen treden met een overheid die dienstverlening en overleg centraal stelt. Cruciaal daarvoor is een openbaarheidsprocedure die de burger vertrouwen inboezemt. Zorg daarom voor een evenwichtige samenstelling van de beroepsinstantie. Van belang is dat er naast een externe, onafhankelijke voorzitter en secretaris evenveel ambtenaren als niet-ambtenaren zetelen in de beroepsinstantie. Nu bepaalt artikel III.90 van het Bestuursdecreet nog dat de beroepsinstantie uitsluitend is samengesteld uit personeelsleden van de Vlaamse administratie of lokale overheden.   

Zie de integrale VVJ-nota met Vlaamse verbeterpunten op www.journalist.be

Onze partners