Overslaan en naar de inhoud gaan

Journalisten, verenigt u!

Buelens beweert dat media hoe langer meer en meer focussen op het choquante in plaats van het interessante, dat ze teveel inspelen op wat verondersteld wordt dat de lezers willen, dat ze ook in politieke berichtgeving vooral aandacht hebben voor incidentjournalistiek, zich bezondigen aan grijnsjournalistiek en stemmingmakerij, te weinig controle uitoefenen op berichten die overgenomen worden van andere bronnen en nog veel meer. Voor een stuk is dat ongetwijfeld ook waar. Het werd overigens op 6 februari in De Standaard nog eens in andere bewoordingen bevestigd door Nick Davies, topjournalist bij The Guardian.

Luc Huyse ziet een structurele oplossing voor de nefaste evolutie in een vereniging van mediagebruikers. Toch lijkt ons niet dat, maar wel een krachtiger greep van journalisten op de nieuwsproductie essentieel. Alle redactionele beslissingen binnen een bepaald medium moeten opnieuw volledig autonoom en in groep kunnen genomen worden door journalisten, zowel de loontrekkende als zelfstandige medewerkers. Binnen de door de leiding van een mediabedrijf uitgetekende identiteit van het medium, moeten journalisten terug de volledige onafhankelijkheid hebben om hun ding te doen. Managers, hoofdredacteurs en nieuwschefs moeten kiezen of zij aan de zijde staan van de directie en het commerciële management of aan die van journalisten. Een middenpositie kan niet meer. “Als schrijvende journalisten moeten we constant tegen hen ingaan”, zegt ook Nick Davies. “Rebelleren. Zij zullen altijd voor het makkelijke, goedkope, commerciële verhaal gaan. Fuck them.”

Het redactiestatuut wordt al decennia door journalistenverenigingen in binnen- en buitenland gepropageerd als het middel bij uitstek om journalisten onafhankelijkheid te garanderen. Zo’n statuut omschrijft de identiteit van de krant en de wederzijdse rechten, plichten en bevoegdheden van redactie, hoofdredactie en directie. Momenteel is het statuut decretaal verplicht voor radio- en tv-omroepen, ook de private. Deze decretale bepaling blijft vooralsnog echter grotendeels dode letter, enkel bij de VRT is er een redactiestatuut dat ernstig wordt toegepast.
Ook voor de gedrukte media zouden redactiestatuten decretaal moeten worden verplicht. Wat de Vlaamse kranten betreft hebben enkel De Morgen en De Tijd een redactiestatuut. De inhoud van het statuut moet ook scherper gesteld worden om het gewicht van de redactionele beslissingen helemaal bij de redactie te leggen. Mediaminister Ingrid Lieten lijkt op dat vlak een bondgenoot. In haar beleidsbrief kondigt ze aan de Vlaamse overheidssteun aan de geschreven pers “uitdrukkelijk te gaan koppelen aan voorwaarden die de kwaliteit en redactionele onafhankelijkheid verhogen”.

Alles wijst erop dat de kwaliteit van de journalistieke content er met rasse schreden op vooruit zou gaan als journalisten het voor het zeggen krijgen, zonder bemoeienissen van bovenaf. Uit een enquête bij een representatieve steekproef van journalisten door het Center for Journalism Studies van de Universiteit Gent, bleek vorig jaar overduidelijk dat het verschaffen “van betrouwbare, objectieve informatie” en “van analyse en duiding bij complexe problemen” de belangrijkste doelstellingen zijn die Vlaamse journalisten zich stellen. Deze zijn duidelijker belangrijker dan “het zo snel mogelijk verspreiden van informatie” en “het bereiken van een zo breed mogelijk publiek”. In de enquête stelt 8 op 10 voorts dat “de sensationalisering van het nieuws” de voorbije vijf jaar is toegenomen. Driekwart gaat ermee akkoord dat er nog amper ruimte is voor onderzoeksjournalistiek. Geen enkele journalist is tevreden met die situatie.

De reden dat het misloopt is ook een gevolg van de toegenomen werkdruk. Uit een onderzoek van diverse universiteiten vorig jaar bleek dat liefst 1 op 3 journalisten een verhoogd risico op burn-out heeft of zelfs last heeft van een klinische burn-out. De massale saneringen in alle mediabedrijven van het afgelopen jaar, waarbij in het totaal tientallen journalisten de laan werden uitgestuurd, hebben de nieuwsproductie kwalitatief geen goed gedaan. Als journalisten het voor het zeggen krijgen op de redactie zouden zij de directie ook haarfijn kunnen inlichten hoe zwaar de redactie moet bemand zijn om een goed eindproduct te kunnen maken. Ook op dit vlak raakt Mediaminister Ingrid Lieten een goede snaar in haar beleidsbrief. “Het beleid om kwaliteitsjournalistiek te bevorderen moet en zal oog hebben voor de arbeidsvoorwaarden en sociaal-economische positie van journalisten en fotografen”, aldus de minister.

Luc Vanheerentals
Lid van de raad van bestuur van de VVJ
Lid van de sectorraad Media (officieel Vlaams adviesorgaan)
Lid van de Commissie van Beroep voor de erkenning van beroepsjournalisten

Onze partners