Overslaan en naar de inhoud gaan

IFJ zoekt uitweg uit cartooncrisis

De recente crisis, met gewelddadige betogingen, doden en doodsbedreigingen, en aanhoudingen van journalisten in Algerije, Jordanië, Jemen en Syrië, was de aanleiding voor een crisisvergadering van de IFJ vorige week. Het doel was om vertegenwoordigers van de mediawereld uit Europa en de Arabische en Moslimwereld bij elkaar te brengen.

Aidan White, secretaris-generaal van de IFJ: “De media hebben de taak een betekenisvolle dialoog te creëren die de verstandhouding tussen gemeenschappen verbetert en de spanningen vermindert. Dat zal de kwaliteit van de journalistiek op alle domeinen verbeteren.”

Beter geïnformeerde en ethische berichtgeving over interculturele en religieuze kwesties dringt zich op, werd gezegd. “Tijdens onze bijeenkomst werd duidelijk dat de media en hun mensen klaar zijn voor die uitdagingen”, zei Aidan White. “Nooit zijn we dan ook zo overtuigd geweest van de vrije meningsuiting. Enkel journalisten, en niet regeringen, zijn verantwoordelijk voor de journalistieke opdrachten. Wat dus niet belet dat we inderdaad meer kunnen doen om de kwaliteit van de journalistiek te verbeteren.”

De IFJ-bijeenkomst resulteerde niet in nieuwe codes of richtlijnen. Wel was er overeenstemming over volgende krachtlijnen:

1. Alle professionele groepen begrijpen dat de journalistiek nood heeft aan reflectie over culturele en religieuze gevoelens in de journalistiek. Zij veroordelen evenwel unaniem het geweld, de intimidatie, de doden en de doodsbedreigingen die samen gaan met het protest tegen de publicatie en herpublicatie van de cartoons.

2. De vergadering herbevestigt, zonder voorbehoud, dat de vrijheid van meningsuiting een fundamentele en centrale waarde van de democratie is en geen voorwerp mag zijn van enige ongepaste controle.

3. De vergadering stelt voorop dat alle media, van alle zijden, professioneel moeten handelen in de behandeling van religieuze en culturele aangelegenheden en de rechten van minderheidsgroepen. Zij mogen niets doen dat onnodige spanning met zich meebrengt, zoals het promoten van haat of het uitlokken van geweld.

4. De vergadering is het er verder over eens dat de ethische en professionele opdrachten van de journalistiek onder de uitsluitende verantwoordelijkheid vallen van de journalisten en hun professionele medewerkers.

5. De vergadering aanvaardt niet dat er nieuwe supranationale gedragscodes, richtlijnen of wetten uitgevaardigd worden. De bestaande zelf gemaakte journalistieke codes, waarvan sommige al meer dan 50 jaar bestaan, zijn voldoende.

6. De vergadering verwelkomt inspanningen die de dialoog opentrekken en die het bewustzijn onder journalisten en de media vergroten over de nood aan een ethische en verantwoordelijke aanpak.

7. De deelnemers zijn het erover eens om samenwerking met en tussen professionele groepen te promoten en ze verwelkomen initiatieven die de dialoog tussen journalisten van verschillende culturele tradities bevorderen.

8. Het doel van dat soort samenwerking is de kwaliteit van de media te verbeteren en het bewustzijn onder de journalisten te doen groeien dat gedocumenteerde verslaggeving nodig is, vooral in de context van interculturele en religieuze materies.

Ten slotte waren de deelnemers het erover eens om hun inspanningen de komende maanden te coördineren. Zij vroegen de IFJ om nog zulke vergaderingen te organiseren waarop professionele groepen deze onderwerpen kunnen bespreken, en dit zowel op regionaal als internationaal niveau. Zij vroegen ook dat representatieve mediagroepen uit de Arabische en Moslimwereld zouden deelnemen aan de vergaderingen.

Nele De Naeyer (foto: Ismael Mohamad/Upi, Photo News)

Onze partners