Overslaan en naar de inhoud gaan

Bescherming beroepsjournalisten ten aanzien van inlichtingendiensten blijft overeind

Pro memorie: in de huidige Inlichtingenwet beschikken erkende beroepsjournalisten, zoals advocaten en artsen, over een beschermd statuut.

Om het journalistieke bronnengeheim te beschermen, kunnen beroepsjournalisten slechts door de Staatsveiligheid en de Militaire Inlichtingendienst worden gevolgd wanneer ze persoonlijk en actief betrokken zouden zijn bij staatsgevaarlijke activiteiten. Bovendien moet een onafhankelijke commissie, die drie magistraten omvat, toelating geven voor bijzondere inlichtingenmethoden ten aanzien van een beroepsjournalist, zoals telefoontap of huiszoeking. En telkens dat gebeurt, moet de voorzitter van de VVJ (of AJP) vooraf op de hoogte worden gebracht.

Op vraag van de inlichtingendiensten wilde Justitieminister Koen Geens deze bescherming van beroepsjournalisten afzwakken.

De Staatsveiligheid en de Militaire Inlichtingendienst zouden de BIM-commissie hebben kunnen vragen om journalisten niet langer te beschermen wanneer ze hun journalistieke activiteit zouden misbruiken voor spionagewerk.

Vooral Chinese en Russische journalisten werden daarbij geviseerd.

De AVBB (VVJ & AJP) had veel vragen bij dat plan. Voor de erkenning als beroepsjournalist moet aan strenge voorwaarden worden voldaan, die door een onafhankelijke Erkenningscommissie worden gecontroleerd. Dat maakt misbruik van de titel voor spionagewerk praktisch uitgesloten. De AVBB vroeg Justitieminister Geens dan ook om de uitholling van de bescherming van beroepsjournalisten uit zijn wetsontwerp te schrappen.

Koen Geens blijkt nu te zijn ingegaan op ons verzoek: de bepaling die de bescherming van beroepsjournalisten moest inkrimpen, is kort en goed uit het wetsontwerp gehaald.

(PD)

 

 

Onze partners